Het verhaal van de stad die de natuur terugvindt
Goed dat je ons hebt gevonden!
De natuur zoals we die kennen in de wereld, ook in Rotterdam, wordt op grote schaal bedreigt door klimaatverandering en snelle afname van de biodiversiteit. Wij, mensen, zijn onderdeel van de natuur en afhankelijk van de balans in het huidige ecosysteem. Volgens de IPCC rapporten en het reportages van het Stockholm Resilience Center over de planetaire grenzen geraken we steeds verder én steeds sneller uit balans en naderen de situatie waarin het huidige leven op deze planeet niet meer vanzelfsprekend is.
Extreem weer, stijgen van de zeespiegel en falen van de voedselketens kloppen steeds harder op de voordeur. En dat allemaal door menselijk handelen. De oorzaak: broeikasgassen, stikstof verbindingen, plastics en andere verstorende stoffen komen in grote hoeveelheden terecht in onze dampkring, water en bodem. Maar je bezoek aan deze website doet vermoeden dat je dit al weet…
Rotterdam faalt
Helaas lukt het beleidsmakers wereldwijd niet om afspraken te maken en de oplossingen te realiseren. Ook in Rotterdam niet, wat het persbureau van het stadsbestuur je ook wil doen geloven. “We” hebben een drijvend klimaat paviljoen en zijn aangesloten bij allerlei initiatieven met zustersteden.
Echter, Rotterdam heeft zich maar aan één concreet doel gebonden, en dat is 49,6% CO2 uitstoot reductie in 2030 t.o.v. 1990, en dit doel gaat niet gehaald worden met het huidige beleid. Ongeveer 40% van de CO2 emissies komt uit de bebouwde omgeving. Grofweg de helft door de bouw (materiaal en logistiek) en sloop en de andere helft door het gebruik (warmte, koeling, installaties, onderhoud). Om de bebouwde omgeving energieneutraal te maken (is CO2 neutraal) zijn enorme veranderingen nodig.
CO2 en stikstof emissie, hitte, biodiversiteit, gezondheid en waterveiligheid (droog en nat) krijgen aandacht via de bliksemafleider “Rotterdams Weerwoord”, maar wat kun je verwachten van een club die, als onderdeel van Stadsontwikkeling, met de handen op de rug haar eigen vlees keurt? Het bestuur blijft weg van werkelijke, noodzakelijke klimaat- en natuur ambities (en keuzes). Het oude 20ste eeuw denken krijgt van dit bestuur de ruimte om de kwaliteit van de besluiten over gebiedsontwikkeling dusdanig laag en eenzijdig beargumenteerd (wettelijk kader) te houden dat op dit moment elke nieuwe gebiedsontwikkeling de opgave om Rotterdam “volhoudbaar” te maken voor de volgende generatie Rotterdammers flink groter maakt.
Wettelijk kader
Stadsontwikkeling herhaalt bij elke vraag over hun klimaatverantwoordelijkheid dat ze het wettelijk kader volgen. Het wettelijke kader loopt tenminste 15 jaar achter op de wetenschap en is, zo wordt duidelijk uit stukken van het KNAW, op vele onderdelen niet wetenschappelijk onderbouwd, maar een verzameling politieke besluiten en compromissen. Daar trekt de natuur zich echter weinig van aan.
Dus, met de wet in de hand, kan het stadsbestuur het bouwtempo flink opschroeven (vooral de hoogte in), goede gebouwen slopen, water dempen en parken verstenen. Gedreven door de zelfopgelegde “woningbouwopgave” (kijk deze uitleg van CBS en oordeel) en de gelden die grondexploitatie opleveren.
En mocht het wettelijk kader iets in de weg zitten dan worden de regels opgerekt. Zo wordt meermaals verhoging van de waarde voor geluidhinder verhoogt naar het maximaal toegestane, terwijl deze is bedoeld voor uitzonderlijke situaties (niet als nieuwe norm) en wordt het via een unsollicited proposal de aanbestedingsprocedure omzeild, zoals is gedaan bij het Park aan de Euromast. De vorige wethouder schaamt zich er ook niet meer voor en komt er publiekelijk voor uit dat welzijn, natuur, veiligheid en klimaat de tweede (of derde) viool spelen.
Wetenschap
In 2011 deed de Universiteit van Wageningen een studie naar hitte in Rotterdam en adviseerde grootschalig groen toe te voegen aan de stad om de hitte te verminderen. Er staat zelfs letterlijk in het advies (pagina 41) om niet verder stedelijk te verdichten (in te breiden) omdat dit de hitteproblematiek verder verergert en daarmee de leefbaarheid en gezondheid van de inwoners verder afneemt. Bedenk dat in 2011 de klimaatrisico’s nog een stuk lager werden ingeschat dan in 2022. In 2018 publiceert de WUR “factsheets” waaruit onder meer blijkt dat Rotterdammers twee keer zoveel hittestress ervaren als andere Nederlanders. Oorzaken: teveel gebouwen, te hoge gebouwen en veel te weinig groen, met name grote bomen.
Al vanaf 2004 hanteert de overheid een richtlijn van 75m2 groen per woning, vastgesteld in de Nota Ruimte (pagina 76) waarvan het RIVM vaststelt dat de 75m2 richtlijn zelfs aan de magere kant is (pagina 26). Een jaar later, in 2005, wordt de noodzaak voor significant groen nog eens zorgvuldig onderbouwd in het advies “Recht op Groen” van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Lees deze adviezen en realiseer je hoe lang (18 jaar!) Rotterdam al tegen beter weten in op het dode spoor zit, letterlijk!
Ondanks al deze waarschuwingen en adviezen, ook heel recent nog in het ROER, bouwt Rotterdam door tot maximale dichtheden met een minimum aan groen, én met gebouwen die in 2050 niet voldoen aan de dan geldende normen. Inwoners kunnen hoog en laag springen, inspraak wordt op alle mogelijke manieren onwerkbaar gemaakt.
Hoe gaan de volgende generaties naar de huidige politici kijken? Kun je nog spreken van behoorlijk bestuur als klimaatrisico’s en waarschuwingen van wetenschappers stelselmatig worden genegeerd? Hoogbouw kan op geen enkele effectieve manier in 2050 energieneutraal zijn (2050 is het huidige doel, maar nieuwe berekeningen geven aan dat dit al in 2030 zou moeten zijn, dat is over 8 jaar!), en toch heeft Rotterdam nog geen energieneutrale laagbouwvisie en stadsvisie voor 2050 (of 2030).
We gaan het uitzoeken en vragen de bestuurders én ambtenaren rekenschap af te leggen.
Oogkleppen af
We hebben Stichting Rotterdam Natuurlijk! opgericht om het stadsbestuur te helpen de oogkleppen af te zetten en de raadsleden te voorzien van een extra bron waardevolle en gestructureerde betrouwbare kennis. Het college heeft “Rotterdams Weerwoord”. Maar wat doen (weer)woorden ertoe als het een interne “vleeskeuring” betreft en de daden alleen worden getoetst aan de wettelijke kaders? De rapporten spreken duidelijk: het is de laatste kans om het beleid radicaal te wijzigen.